Next Level Learning
Hogeschool van Amsterdam

Werkvormen met het kaartspel

Alternatieve werkvormen

Op de achterkant van de doos vind je een eenvoudige beschrijving over het gebruik van het kaartspel. Hier hebben we een aantal extra werkvormen toegevoegd die jou en je collega’s motiveren om het gesprek over de digitale leeromgeving aan te gaan. Voel je vrij om hierop voort te borduren.

Ideeënselectie met een groep: 1-2-allemaal

  1. Verspreid de stellingen (van een specifieke categorie) door de ruimte.
  2. Allereerst ‘stem’ je op de drie belangrijkste stellingen door post-its met je naam onder de stelling te plakken.
  3. Wanneer iedereen zijn stem heeft uitgebracht verwijder je de stellingen met de minste stemmen.
  4. Verwijder de eerder uitgebrachte stemmen.
  5. Beoordeel de overgebleven stellingen met een collega en stem op de belangrijkste stelling door een post-it met jullie namen bij deze stelling te plakken.
  6. Bespreek de stellingen die de meeste stemmen hebben gekregen met het hele team en besluit over de vervolgstappen. Willen jullie in groepjes aan de stellingen werken, of gaan jullie als team proberen om een verbeterslag door te voeren? Reserveren jullie in de volgende bijeenkomst tijd om de ontwikkelingen uit te wisselen?

Goede voorbeelden kiezen (tijdens teamvergadering)

  1. Kies een categorie waar je je met het team in deze sessie op wilt richten. Loop samen door de kaarten, en bedenk per stelling welke collega dit al goed inzet.
  2. De volgende sessie nodig je die docent uit, en vraagt haar de course-inrichting te laten zien rond deze stelling. Bespreek hoe iedereen dit op eigen wijze kan toepassen in de verschillende vakken.
  3. Spreek een datum af, waarop jullie aan elkaar de vorderingen laat zien.

Waarderend interview

  1. Zoek twee andere collega’s op en geef iedereen een rol: de verhalenverteller, de interviewer en de observant.
  2. De stellingen worden verspreid over een tafel.
  3. De verhalenvertellers kiezen een stelling waar men een waardevolle of succesvolle ervaring mee heeft.
  4. De verhalenverteller deelt een persoonlijk verhaal van ongeveer 7 minuten over een waardevolle of succesvolle ervaring waarin de stelling centraal staat.
  5. De interviewer helpt de verhalenverteller en heeft oprechte interesse en aandacht. Waar nodig stelt de interviewer vragen als “Wat maakte dat het echt werkte?” en “Waarom was dat belangrijk?”
  6. De observant neemt geen deel aan het gesprek en verhaal, maar analyseert het gesprek. Uiteindelijk benoemt de observant de factoren die voor succes en positieve impact hebben gezorgd. Neem ongeveer 3 minuten de tijd om deze factoren te delen.
  7. Eventueel wissel je binnen je drietal van rollen en worden stappen 3 tot 6 herhaald.

Deze website gebruikt cookies.

Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken, om voorkeuren op te slaan. Je kunt meer lezen over het gebruik van deze cookies op deze pagina. Door op ‘Accepteren en doorgaan’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies zoals omschreven op onze cookie verklaring.